EHBO

EHBO-kit voor uw huisdier

Lopende behandelingen

  • Voldoende geneesmiddelen of voorschriften om het weekend of de vakantie door te komen.
  • Denk eraan extra medicatie mee te nemen voor onvoorziene omstandigheden (uitgestelde terugkeer, pech onderweg,..)

Apotheek

  • Huid : Lokale ontsmettingsmiddelen (IsoBétadine, Diaseptyl, Chlorhexidine oplossing,..)
  • Ogen : Fysiologisch serum, antiseptische oogdruppels
  • Oren : een oorreiniger, vaseline om op de oorschelpen aan te brengen om het risico op indringende grasaren te verminderen
  • Spijsverteringsstoornissen :
    • Maagwandbeschermers : bvb. Phosphaluvet
    • Darmwandbeschermers : bvb. Barexal
    • Laxeermiddel : bvb. Duphalac
  • Anti-parasitaire middelen :
    • Uitwendig : ontvlooiing, bescherming tegen teken en muggen
    • Inwendig: ontworming

Materiaal

  • een gebogen schaar – een pincet
  • een tekenverwijderaar
  • een thermometer
  • steriele kompressen (30x30cm)
  • een borstel en een kam
  • een kripwindel, een fixatiewindel en tape
  • niet-steriele handschoenen
  • fysiologisch serum
  • een spuit zonder naald (om eventueel medicatie via de muil toe te dienen)
  • wax voor de voetzoolkussentjes van de hond
Mijn huisdier heeft zich verbrand

Goed om weten

Elke brandwonde, hoe klein ze ook mag lijken, moet met grote omzichtigheid behandeld worden aangezien een volledige wondheling afhangt van zowel de oorzaak, de uitgebreidheid en de lokalisatie van de brandwonde.

De vacht van dieren kan een zekere graad van bescherming bieden, maar kan tegelijkertijd ernstige wonden verbergen.

Wat voor een groter hondenras een eerder kleine brandwonde lijkt kan wel degelijk grote gevolgen hebben voor een kleiner hondenras of een kat.

Wat te doen in geval van nood

Volg de regel van 10/15 :

  1. Afkoelen: houd de brandwonde onder lopend koud water (10°C-15°C) gedurende minstens 15 minuten, op 15cm afstand van de kraan.
  2. Afdrogen: dep de wonde voorzichtig droog met een propere doek.
  3. Zorg ervoor dat uw huisdier comfortabel is, geef hem te drinken aan en houd hem warm om shock te voorkomen.
  4. Indien u over BIAFINE beschikt, brengt u een laag van een halve centimeter dik op de wonde aan, of, indien BIAFINE niet in uw huisapotheek zit, kan u de wonde afdekken met een steriel vetverband.
  5. Bedek de wonde in afwachting van de dierenarts met een steriel kompres of een propere doek gedrenkt in ontsmettingsmiddel (GEEN alcohol).

Wat zeker niet te doen

  • Geen vet, olie of boter op de wonde aanbrengen
  • Geen ijs op de wonde aanbrengen
  • Geen azijn, tandpasta, urine(!),.. op de wonde aanbrengen
  • Vermijd het gebruik van (hydrofiele) watten
  • Onderschat de ernst van de wonde niet omdat de vacht intact lijkt/li>

Wanneer een dierenarts raadplegen ?

  • Lokalisatie van de brandwonde: op het hoofd, in een gewrichtsplooi ( elleboog, knie, oksels), ter hoogte van de voetzoolkussentjes, rondom lichaamsopeningen zoals mond, anus of geslachtsdelen.
  • Uitzicht van de brandwonde: blaren, zwart- of witverkleuring, verlies van gevoel of een perkamentachtige huid (tweede- en derdegraads brandwonden)
  • Omvang of uitgebreidheid van de brandwonde: groter dan een stuk van 2 euro bij katten en kleine honden; groter dan een portefeuille bij grote honden.

Indien een van bovenstaande situaties zich voordoet, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw dierenarts (zo mogelijk binnen het uur). In ernstige gevallen zal uw huisdier gehospitaliseerd moeten worden.

Bijtwonden

Goed om weten

Of het nu gaat om een honden- of een kattenbeet, ten gevolge van een vechtpartij of spel, bijtwonden dienen altijd door een dierenarts beoordeeld te worden aangezien ze vaak aanleiding geven tot (diepe) infecties en slechte wondheling.

De mondholte van onze huisdieren bevat immers talrijke ziektekiemen die, eens ze in contact komen met een wonde, pathogeen kunnen worden. Wanneer er niet onmiddellijk doeltreffend behandeld wordt, kan een lokale infectie op die manier ontaarden in een abces of zelfs een septicemie. Het is ook mogelijk dat de dierenarts beslist de wonde in eerste instantie niet te hechten, maar te wachten tot de wonde weer gezond is.

Wat te doen in geval van nood

  1. De wonde reinigen met water en Marseille- of Isobetadinezeep en overvloedig spoelen.
  2. Ontsmetten met een antisepticum.
  3. De wonde afdekken met een steriel kompres of bij gebrek daaraan een propere doek.
  4. Een verband omdoen.
  5. In de daaropvolgende uren een dierenarts raadplegen, zelfs al lijkt de schade beperkt. Een bijtwonde van een kat lijkt op het eerste zicht vaak onschuldig en, hoewel pijnlijk, vaak niet groter dan een speldenkop. Kattentanden kunnen echter diep in de huid penetreren en zullen, zonder behandeling, steeds aanleiding geven tot het ontstaan van abcessen.
  6. Indien de dader gekend is, vraag zijn eigenaar naar het vaccinatieboekje om de geldigheid van het rabiësvaccin na te gaan. Indien het een zwervend dier betreft, breng politie of de mileudienst op de hoogte om de zaak te onderzoeken. Naargelang de omstandigheden zal een dierenarts beslissen of het dier in sanitaire quarantaine geplaatst moet worden om hondsdolheid uit te sluiten. In geval van twijfel, en op voorwaarde dat uw huisdier reeds gevaccineerd is tegen hondsdolheid, zal hem een herhalingsvaccinatie worden toegediend.

Bijzonder geval : een rattenbeet

De plaatselijke behandeling blijft dezelfde en uw huisdier dient in de uren volgend op het incident onderzocht te worden door een dierenarts. Tegelijk dient u er zich van bewust te zijn dat ratten overdragers zijn van Leptospirose, en ze deze ziekte zowel aan u als aan uw huisdier kunnen overdragen.

Het betreft een ernstige aandoening, vooral bij de hond, die onder andere hemorragische gastro-enteritis kan veroorzaken alsook lever en nieren ernstig kan aantasten. De behandeling is intensief en hospitalisatie is steeds noodzakelijk. Er wordt aangeraden, vooral jachthonden en dieren die, direct of indirect, in contact komen met knaagdieren, correct te laten vaccineren.

Mijn huisdier heeft problemen met urineren

Goed om weten

Katten zijn bijzonder gevoelig aan aandoeningen van het urinewegstelsel, in het bijzonder de urineblaas en de urinebuis. Slechts een klein percentage van die aandoeningen kennen een infectieuze oorzaak, en zijn in het algemeen niet obstructief en weinig spoedeisend.

Anderzijds zijn er de obstructieve aandoeningen waarbij de urinebuis (het kanaal tussen de urineblaas en de penis of vagina) verstopt wordt door de aanwezigheid van urinestenen (urolithiasen) of plugs, waardoor de afvoer van urine verhinderd wordt.

De aanwezigheid van van urinestenen wordt voornamelijk in verband gebracht met een onevenwichtige voeding. Andere predisponerende factoren voor problemen van de lage urinewegen zijn stress, overgewicht, inactiviteit, onvoldoende wateropname, …

Wanneer een dierenarts raadplegen ?

  • Bloed in de urine (hematurie)
  • Frequent plassen (pollakisurie), met soms slechts enkele druppels (dysurie), pijn bij het plassen (strangurie), en onzindelijkheid (periurie)
  • Klagen, abnormaal miauwen en overdadig likken van de geslachtsdelen
  • Braken
  • Pijnlijke, opgezette buik met de aanwezigheid van een sterk gespannen, ballonvormige urineblaas die de grootte van een appelsien kan aannemen.

Goed om weten : inspanningen om te urineren kunnen verward worden met constipatie. Ga na of uw kat nog uitwerpselen produceert en wat de consistentie daarvan is.

Wat te doen in geval van nood ?

Indien een aandoening van het urinewegstelsel niet uitgesloten kan worden, dient u binnen het uur een dierenarts te raadplegen. Stel een consultatie nooit uit.

Haal water en voedsel weg in afwachting van de consultatie.

Opmerking : bij kattinnen is het risico op een urinewegobstructie minder groot omdat de urinebuis korter en breder is. Bijgevolg hebben blaasontstekingen bij vrouwelijke katten zelden een obstructief karakter en is een onmiddellijke ingreep zelden vereist. Toch wordt aangeraden om ook in dit geval een dierenarts te consulteren, aangezien een blaasontsteking erg pijnlijk is.

Behandeling en opvolging

Wanneer een urinewegobstructie gediagnosticeerd wordt, zal de dierenarts de kat onder verdoving sonderen, waarbij specifieke middelen worden aangewend om de obstructie op te heffen.

Wanneer de obstructie is opgeheven, kan in sommige gevallen een hospitalisatie aangeraden zijn, namelijk als er sprake is van acuut nierfalen ten gevolge van een blokkade van de nierfunctie.

Bijkomende onderzoeken (echografie, radiografie, analyse van de urinestenen, bloedonderzoek) zullen het risico op recidief verlagen.

Mijn dier heeft moeite met ademen

Wanneer een dierenarts raadplegen ?

Ademhalingsmoeilijkheden zijn altijd verontrustend, en over het algemeen liggen hart- of longproblemen aan de basis. Consulteer daarom zonder uitstel een dierenarts.

Alarmerende symptomen :

  • Open mond ademhalen; snelle, zware ademhaling
  • Pompende ademhaling met uitgesproken bewegingen van de borstkas
  • Aanhoudende hoest
  • Blauwe of cyanotische slijmvliezen
  • Zwakte
  • Onmogelijkheid te gaan liggen en rust te vinden

Goed om weten

Ademhalingsproblemen kunnen verscheidene oorzaken hebben :

  • Oorzaak ter hoogte van de longen
  • Pneumopathie (longziekte)
  • Pneumothorax (klaplong)
  • Longembolie
  • Tumor in de borstholte …
  • Oorzaak ter hoogte van het hart
  • Longoedeem
  • Andere oorzaken
  • Trauma (ribfractuur/klaplong)
  • Quincke’s oedeem, een allergische reactie waarbij oogleden, lippen, neus, wangen en keel enorm opzwellen (+/-huiduitslag)
  • Oververhitting
    Aandoeningen ter hoogte van het strottenhoofd, tracheacollaps, vreemd voorwerp

In afwachting van de dierenarts

  • Zelfs indien de ademhalingsmoeilijkheden van voorbijgaande aard lijken, wordt aangeraden om toch een dierenarts te consulteren.
  • Plaats het dier in een frisse en goed verluchte ruimte in afwezigheid van rook.
  • Zorg ervoor dat uw huisdier rust krijgt.
  • Koel in geval van oververhitting het dier onmiddellijk af onder een koude.
  • Indien uw dier behandeld wordt voor een hartaandoening, dien dan onmiddellijk een dosis diuretica/vochtafdrijvers toe.
  • Inspecteer de mondholte van uw dier en haal eventueel het vreemde voorwerp weg.

Vermijd , indien u uw huisdier moet dragen, compressie ter hoogte van de borst of hals en hou de mond vrij.

Evenwichtsstoornissen
Duizeligheid bij dieren is, zoals bij de mens, het gevoel van instabiliteit en verlies van evenwicht. Objecten, personen, muren, plafonds, kortom alles rondom het dier draait. Afhankelijk van de oorzaak, kunnen ook andere symptomen aanwezig zijn die de ernst van de aandoening mee zullen bepalen.

Goed om weten

De twee organen die instaan voor het evenwicht zijn het labyrint of vestibulum in het binnenoor en de kleine hersenen of het cerebellum.

Bij « echte » duizeligheid is (een deel van) dit systeem verstoord. Wanneer de (werkelijke) informatie die de ogen doorgeven, verschilt van de (vervalste) informatie, doorgegeven door het vestibulum of door de kleine hersenen, zullen de hersenen van het dier gedesoriënteerd geraken.

De exacte oorzaken kunnen moeilijk te identificeren zijn:

  • oontsteking van het binnenoor,
  • hersenvliesontsteking,
  • post-traumatische letsels,
  • bepaalde medicatie …

Duizeligheid met een cerebellaire of vestibulaire oorzaak wordt gekenmerkt door volgende gedrag :

  • Scheve kop
  • Nystagmus (=snel heen en weer bewegen van de ogen)
  • Ataxie (=verstoorde coördinatie van de bewegingen)
  • Verlies van evenwicht, omvallen
  • Misselijkheid en braken

Bovenstaande karakteristieken worden niet vastgesteld bij “valse duizeligheid”, waarbij evenwichtsstoornissen en omvallen samen gaan met andere symptomen: bewustzijnsverlies, hartkloppingen, tremoren (onwillekeurige spiercontracties)..

De oorzaken hiervan zijn talrijk: hypoglycemie (te lage bloedglucosespiegel, onder andere bij patiënten met diabetes), anemie (te laag gehalte aan rode bloedcellen), hartritmestoornissen, longembolie, vasovagale syncope gepaard gaand met braken, beroerte (cerebrovasculair accident), vergiftiging door koolstofmonoxide (CO), medicatie,…

Wanneer een dierenarts raadplegen ?

Of het nu een ware of valse duizeligheid betreft, in geval van evenwichtsstoornissen moet steeds een dierenarts worden geraadpleegd.

Hetzij onmiddellijk, in geval van volgende symptomen :

  • Braken,
  • Klagen (janken/miauwen), zwakte of agitatie,
  • Het dier kan zich niet verplaatsen,
  • Ademhalingsmoeilijkheden.

Hetzij, indien voorgaande symptomen niet aanwezig zijn, in de loop van de dag.

In afwachting van de dierenarts

  1. Haal water en voedsel weg (behalve wanneer er een vermoeden van hypoglycemie bestaat, dan kan u honing of suikerwater toedienen).
  2. Plaats het dier in een rustige en donkere omgeving.
  3. Blijf dicht bij uw huisdier om het gerust te stellen.
Voedselinfecties en vergiftigingen
Een voedselinfectie (veroorzaakt door voornamelijk bacteriën) of –vergiftiging (veroorzaakt door de toxines van bacteriën of schimmels) heeft niets te maken met een banale spijsverteringsstoornis.

In het geval van een indigestie, heeft het dier een te grote hoeveelheid van gezonde (maar vaak te vette) voeding gegeten, in tegenstelling tot een voedselinfectie/-vergiftiging, waarbij de hoeveelheid van weinig belang is, maar de voeding op zich besmet is.

Goed om weten

De voornaamste oorzaak ervan is slecht bewaard voedsel: vlees, charcuterie, room, eieren of gebak.

De verantwoordelijke kiemen zijn salmonella’s, clostridium of staphylococcen. Als deze in kleine hoeveelheden aanwezig zijn in voedingswaren, zijn ze ongevaarlijk. Indien voedingsmiddelen echter slecht worden bewaard (bv bij een temperatuur hoger dan 20°C), kunnen deze kiemen zich vermenigvuldigen en gevaarlijk worden.

De eerste tekenen doen zich voor 8 à 12 uur na inname van het besmette voedsel. Een andere bacteriële voedselbesmetting is listeriose, die vooral gevaarlijk is voor verzwakte dieren, bij wie de ziekte een septicemie kan veroorzaken, en voor drachtige dieren, bij wie dit tot abortus kan leiden.

Na opname van gecontamineerde voeding , zal het organisme van een huisdier in goede gezondheid reageren door “zich te ledigen langs twee kanten”, om de ongewenste kiemen zo efficiënt mogelijk uit te drijven. De symptomen kunnen samengevat worden als een heftige “koliek” (buikpijn en krampen) met diarree, braken en koorts.

In de meeste gevallen verdwijnen de symptomen na één tot twee dagen. Diergeneeskundige zorgen zijn nodig maar slechts zelden worden er complicaties vastgesteld. Naar schatting leidt dit slechts in 10 % van de gevallen tot hospitalisatie. Neem steeds de nodige hygiënische voorzorgen zowel voor uw hond of kat als voor uzelf. Huisdieren zijn immers even gevoelig als u aan voedselvergiftigingen.

Wanneer een dierenarts raadplegen ?

  • Onophoudelijk braken
  • Bloed braken
  • Aanhoudende diarree langer dan 24u
  • Bloed in de stoelgang
  • Koorts (rectale temperatuur hoger dan 39°C) en lusteloosheid
  • Klagen (miauwen/janken) en buikkrampen

Wat te doen in geval van nood

    1. Laat uw huisdier 24u vasten.
    2. Laat hem regelmatig kleine hoeveelheden drinken.
    3. Dien een maagbeschermer toe.
    4. Raadpleeg in de loop van de dag een dierenarts.

 

Om problemen te vermijden

Bij blikvoeding : gooi reeds geopende blikken, en blikken waarbij het deksel gebold staat, weg.

Sluit de verpakking van korrelvoeding steeds zorgvuldig af en bewaar de voeding in een droge bergruimte.

Indien u zelf kookt voor uw huisdier: kies voedingsmiddelen die een gepaste behandeling ondergaan hebben om hun onschadelijkheid te verzekeren, bereid ze naar behoren en zorg ervoor dat ze onmiddellijk daarna worden opgegeten. Bewaar geen bereide voedingsmiddelen bij kamertemperatuur en zorg voor een voldoende hoge temperatuur bij opwarmen.

Elektrocutie
Elke vorm van elektrische schok, zelfs al lijkt die op het eerste zicht weinig schade te hebben toegebracht, dient ernstig te worden genomen.

OPGELET : een dier dat slachtoffer is geworden van elektrocutie en nog in contact staat met de elektriciteitsleiding, kan tot de dood leiden van wie hem ter hulp komt.

Goed om weten

Bepaalde dieren zijn bijzonder gevoelig aan dit type van ongelukken (voornamelijk pups en kittens die op elektriciteitsdraden kauwen en konijnen die zonder toezicht in huis losgelaten worden en op alles binnen hun bereik gaan knagen).

Bij kleine dieren is de weerstand van het lichaam erg laag en zijn de letsels dus des te belangrijker! Die weerstand is nog lager wanneer het lichaamsdeel, dat in contact is met de elektriciteit, fijn en vochtig is. De ernst van de letsels is evenredig met de spanning en de stroomsterkte van de elektriciteitsbron.

Gevolgen :

  • Elektrocutie kan akuut hevige spasmen en convulsies uitlokken waarbij onmiddellijk bewustzijnsverlies kan optreden.
  • De stroom doorheen het lichaam kan een onmiddellijke hartstilstand uitlokken maar kan ook nog tot 12u na het ongeval een longoedeem met bijhorende ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken.
  • Waar de huid of slijmvliezen contact maken met de stroombron, kunnen ernstige brandwonden ontstaan die tot de derdegraads brandwonden worden gerekend. Brandwonden ter hoogte van de slijmvliezen (mondholte, tong), worden best zo snel mogelijk verzorgd om te verhinderen dat de betreffende organen onbruikbaar worden.
  • Elektrocutie kan ook tot diepe brandwonden ter hoogte van de spieren leiden, waardoor er blijvende motorische letsels ontstaan. Dergelijke brandwonden ter hoogte van zenuwuiteinden veroorzaken verlammingen. Ook lokale necrose (afsterven van cellen) ter hoogte van ruggemerg en hersenen, wordt frequent gezien.

Wat te doen in geval van nood ?

  • Schakel de stroom uit. Indien dit onmogelijk is, verlies dan geen tijd met zoeken naar de zekering maar verwijder de elektriciteitsdraden met een droge houten borstelstok of de poot van een houten stoel.
  • Raak het dier niet aan zolang het in contact staat met de stroom. Haal het dier weg uit de zone van elektrocutie zodra er geen contact meer is met stroom.
  • Raadpleeg zo snel mogelijk een dierenarts.

In afwachting van de dierenarts

  • Indien het dier bij bewustzijn is, wil dit zeggen dat het dier niet meer in onmiddellijk levensgevaar verkeert. Plaats het dier in een rustige omgeving en hou het warm.
  • In geval van een wonde: desinfecteer deze met een ontsmettingsmiddel zonder alcohol.
  • In geval van een bloeding: breng een drukverband aan of druk een kompres stevig aan tegen de wond.
  • In geval van een brandwonde: houd gedurende een tiental minuten onder stromend water. Breng geen vet aan op de brandwonde. Desinfecteer na afkoelen met een onstmettingsmiddel zonder alcohol.
  • Wacht op hulp van de dierenarts aan huis of breng uw huisdier naar de dichtstbijzijnde dierenarts.
De partus

Bij de teef

Gemiddelde draagtijd : 63-65 dagen.
Ontsluiting 48u voor de partus.

Vanaf 48u voor de bevalling kan het progesterongehalte gaan zakken waardoor de lichaamstemperatuur van de teef ongeveer 1°C lager wordt dan de gemiddelde lichaamstemperatuur van de voorgaande dagen. Binnen de 1 à 6 uur na die temperatuurdaling gaat de baarmoederhals verwijden en na 24u beginnen de abdominale contracties. Vlak voor de geboorte van de pups zal de temperatuur weer normaal worden.

Vaak wordt een slijmerige uitvloei opgemerkt door de eigenaars, hetgeen wijst op een dilatatie van de baarmoederhals en aldus een nakende partus aankondigt. Vervolgens breekt het vruchtwater een halfuur à 2 uur vóór de geboorte van de eerste pup. Over het algemeen vindt de bevalling plaats in 4 à 8 uur, met uitlopers tot 24 à 36 uur bij primipare teven of teven die 10 of meer pups dragen. Gemiddeld verloopt er tussen de geboorte van elke pup 20 à 30 minuten (van enkele minuten tot anderhalf uur).

FERGUSON reflex : wanneer een pup zich in het geboortekanaal bevindt, lokt dit per reflex abdominale contracties (buikpers) uit.

De pup komt in zijn amnionvlies ter wereld, dat ofwel spontaan scheurt, maar meestal door de moeder binnen enkele minuten afgelikt wordt. De nageboorte wordt ofwel tegelijk met de pup uitgedreven, of volgt binnen de 15 minuten.

De geboorte van de eerste pup duurt meestal het langst. Naar het einde van de partus toe kan het tijdsinterval tussen twee pups ook weer langer worden doordat de moeder vermoeid geraakt. Men heeft teven gezien die hun laatste pups 12 à 24 uur na een rustperiode ter wereld gebracht hebben.

dystocie of problemen bij de partus herkennen

Een dystocie is een moeilijke bevalling waarbij een dierenarts moet geraadpleegd worden.

Kenmerken van een dystocie :

  • Temperatuurdaling zonder tekenen van geboorte in de daaropvolgende 24 uur,
  • Meer dan 2 uur tussen de geboorte van twee pups,
  • Een partus die reeds meer dan 12u bezig is (waarbij men het verwachte aantal pups kent),
  • Contractions faibles, improductives, début d’accouchement normal puis interruption
  • Zwakke weeën, een normaal begin van de partus met een plotse onderbreking ervan
    Pijnlijke weeën zonder vordering van de bevalling (risico op baarmoedertorsie of –ruptuur),
  • Een vluchtige verschijning van een pup ter hoogte van de vulva zonder dat hij binnen het halfuur wordt uitgedreven,
  • Een pup die geblokkeerd zit ter hoogte van het geboortekanaal (te grote pup in verhouding tot de moeder, afwijking ter hoogte van het geboortekanaal, abnormale houding foetus),
  • Trillen en uitputting bij de teef.

Zorgen voor de pasgeboren pups

  • Ga na of de luchtwegen vrij zijn, verwijder vliezen en slijmen met het kopje omlaag
    Wrijf de pups voorzichtig droog.
  • Knip de navelstreng door op 1cm van de buik na het plaatsen van een ligatuur met naaidraad.
  • Plaats de pups in een warme omgeving (T° hoger dan 31/32°C), in een propere en goed geïsoleerde kist totdat de moeder zich over hen kan ontfermen.

Bij de kattin

Gemiddelde draagtijd : 59 à 63 dagen

In tegenstelling tot bij de hond is de lichaamstemperatuur bij de kattin geen betrouwbare indicator en zijn de tekenen van een naderende bevalling eerder vaag. Sommige katten worden aanhankelijk en andere gaan zich eerder terugtrekken. Wanneer een slijmsliert uit de vulva van de kattin wordt opgemerkt (als ze die al niet oplikt), is dit een teken dat de partus binnen de 24u zal intreden. Het meest duidelijke teken van een beginnende bevalling is de buikpers.

De tijd waarbinnen een kitten wordt uitgedreven varieert van 1 minuut tot een halfuur en het interval tussen twee kittens varieert van enkele minuten tot twee uur.

86% van de kattinnen bevalt binnen de 6u.

N.B.: Sommige kattinnen kunnen na uitdrijving van enkele kittens de partus onderbreken en na 12-48u opnieuw aanvatten zonder problemen noch voor de moeder noch voor de kittens.

Dystocie of problemen bij de partus herkennen

  • Buikpers zonder resultaat 4u na het begin van de partus
  • Meer dan 2u tussen de geboorte van twee kittens
  • De kattin houdt op met persen terwijl er nog kittens achterblijven en lijkt uitgeput
  • Stinkende, etterige of bloederige uitvloei

Bij de fret

Gemiddelde draagtijd : 41 à 43 dagen
Gemiddeld aantal jongen of pups per worp: 6 à 9 (tot 18)
Speenleeftijd: 6 à 8 weken.

Voortekenen: lichte zwelling van de melkklieren voor de geboorte, nest maken, likken van de vulva.

De partus dient binnen 3 uur na de voortekenen aan te vangen, met hoogstens 1 uur tussen de geboorte van elk jong. De pups kunnen vanaf de geboorte gemanipuleerd worden.

Mijn hond/kat braakt
Wanneer een dier herhaaldelijk braakt, dient een dierenarts te worden geraadpleegd. Wanneer het dier meer dan 5x braakt in minder dan een uur, dient men met spoed een dierenarts te consulteren. De oorzaken van braken zijn talrijk en uiteenlopend.

Wanneer consulteren?

  • In geval van koorts (rectale temperatuur>39,2°C). Wanneer het onmogelijk is om de rectale temperatuur op te meten, kan men de aanwezigheid van koorts herkennen aan de volgende tekenen: vermoeidheid, lusteloosheid, gebrek aan eetlust, warm aanvoelen van de oorschelpen, bibberen, opzoeken van koele plekken,..
  • Constipatie gedurende langer dan 48u of diarree gedurende langer dan 24u. Herhaaldelijk braken (meer dan 5x binnen het uur).
  • Bloed braken
  • Slaperigheid, algemene lichaamszwakte
  • Buikpijn, te herkennen aan buikspasmen en jammeren, een “gebedshouding” waarbij de voorpoten de grond volledig raken en de achterpoten gestrekt zijn zodat contact van de buik met de grond vermeden wordt, onrust, frequent naar de buik kijken,..
  • Recent koptrauma (<24u)
  • Ingestie van bedorven voedsel of een giftig of bijtend product.
  • Bij jonge dieren (<5maand), kan herhaaldelijk braken tot erge uitdroging leiden, waarvoor zonder uitstel een dierenarts moet geraadpleegd worden.

Vertoont uw dier ten minste een van bovenstaande symptomen ?

-> JA : raadpleeg zonder uitstel een dierenarts
->NEE: maak zo snel mogelijk een afspraak bij de dierenarts. Braken is immers nooit onschuldig (met uitzondering van haarballen bij katten).

Wat te doen in geval van nood?

  • Hou het dier rustig
  • Haal water en voedsel weg (water gedurende 12u, voedsel gedurende 24 à 48u).Indien het dier veel dorst heeft, laat het aan een ijsblokje likken.
  • Dien een maagbeschermer toe.

Bijzondere gevallen

Pogingen tot braken gepaard gaand met overvloedig speekselen overvloedige speekselvorming en opzetting van de buik:

Vermoeden van maagtorsie. De hond dient zonder uitstel naar een dierenkliniek te worden gebracht.

Haarballen

Het uitbraken van haarballen is een frequent voorkomend fenomeen bij katten, vooral bij langharige rassen. In eerste instantie is dit een onschadelijk fenomeen, maar op lange termijn kunnen haarballen aanleiding geven tot chronische ontstekingsprocessen ter hoogte van het spijsverteringsstelsel. Om dit te vermijden worden volgende maatregelen aangeraden: dagelijks borstelen, maandelijkse behandeling om de evacuatie van haarballen te stimuleren (vraag raad aan uw dierenarts).

Reisziekte

Braken bij reisziekte is het gevolg van een voorbijgaande ontregeling van de functie van het evenwichtsorgaan door bewegingen tijdens transport (vooral in de wagen). Geef uw huisdier voorzichtigheidshalve geen zware maaltijden in de 48 uur voorafgaand aan de reis. In ernstige gevallen, vraag uw dierenarts om raad. Hij kan u medicatie tegen misselijkheid bezorgen.